Vernieuwde bekostiging

Hoe om te gaan met huisartsen (of overige verwijzer) die bij het afgeven van de verwijzing geen IBP meegeven?

Er zijn twee mogelijke uitwerkingen.
1. De huisarts/verwijzer geeft geen IBP af, maar wel een verwijzing voor vermoeden B-GGZ of S-GGZ. In dit geval wordt in de matrix als volgt gehanteerd: het risiconiveau van het systeem wordt op laag geschaald. Het functioneren van de jeugdige wordt bij B-GGZ op matig geschaald en bij S-GGZ op complex. De bijhorende bedragen kan de aanbieder in zijn verzoek om toewijzing opgeven als IBP bedrag.
2. De huisarts/verwijzer geeft geen IBP af en ook geen overige vermoeden van zorgzwaarte. In dit geval neemt aanbieder contact op met verwijzer voor het maken van een indicatie voor het bepalen van de complexiteit van het functioneren van de jeugdige en het bepalen van het risiconiveau van het (gezins)systeem. 

Wat te doen als het IBP wordt(of dreigt te worden) overschreden?

Als aanbieder voorziet dat de grens van het IBP zal worden overschreden, dan zoekt de aanbieder contact met het lokaal team om de voortgang te bespreken. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat aanbieder een hulptraject zodanig afrondt dat daarna nog een vervolg door een andere aanbieder nodig is. “Verhoging van het IBP is mogelijk (het IBP is dus geen vast budget): de oude toekenning wordt in dit geval afgesloten en er zal een nieuwe toekenning met een vervolg-IBP verstrekt worden.” Elke gemeente heeft hiertoe een regie- en consultatiedesk functie ingericht. Bij twijfel of het noodzakelijk is een aanvullend IBP te verstrekken, kan de gemeente een onafhankelijke jeugdhulp expert inzetten. Bij een aanvullend IBP hanteren we als credo 1 IBP 1 maand 1 declaratie. Concreet betekent dit dat (a) er in 1 maand nooit meerdere IBP’s naast elkaar lopen en (b) de complete declaratie over 1 maand altijd ten laste van 1 IBP plaatsvindt. Einddatum van IBP 1 is de laatste dag van maand t en begindatum van IBP 2 is de eerste dag van maand t+1. Aanbieder en gemeente leggen het overgangsmoment dusdanig dat het mogelijk is de complete declaratie over 1 maand ten laste van 1 IBP te brengen. Het is belangrijk daarbij ook rekening te houden met een eventuele (latere) declaratie van werkzaamheden van een onderaannemer. 

Wat moet er worden gedaan als het mixtarief niet klopt?

Het mixtarief is een nacalculatorisch rekentarief. Op basis van de functiemix van de aanbieder voor de regio Alkmaar wordt een tarief berekend. Dit geldt voor 2018 als rekentarief voor de declaratie. De zorgaanbieder houdt de geleverde zorg (gespecificeerd naar functie) bij en declareert maandelijks het aantal uren tegen het mixtarief. Begin 2019 wordt de balans opgemaakt en wordt het mixtarief vergeleken met de daadwerkelijke functiemix. Afhankelijk van de uitkomst wordt is er dan te veel/ te weinig gedeclareerd. Dit verschil wordt tussen gemeente en zorgaanbieder verrekend. Mocht er tussentijds al een grote afwijking zijn, dan zal dit naar bovenkomen bij de eventuele tussentijdese toets op mixtarief, die na 1 kwartaal bij de grote partijen en de partijen, die dit wensen, uitgevoerd wordt. Het verschil moet dan gecompenseerd worden. Het mixtarief wordt door het jaar niet aangepast. 

Waartoe dient het mixtarief?

Het mixtarief is een nacalculatorisch rekentarief. Op basis van de functiemix van de aanbieder voor de regio Alkmaar wordt een tarief berekend. Dit geldt voor 2018 als rekentarief voor de declaratie. De zorgaanbieder houdt de geleverde zorg (gespecificeerd naar functie) bij en declareert maandelijks het aantal uren tegen het mixtarief. Begin 2019 wordt de balans opgemaakt en wordt het mixtarief vergeleken met de daadwerkelijke functiemix. Afhankelijk van de uitkomst wordt is er dan te veel/ te weinig gedeclareerd. Dit verschil wordt tussen gemeente en zorgaanbieder verrekend. Mocht er tussentijds al een grote afwijking zijn, dan zal dit naar bovenkomen bij de eventuele tussentijdese toets op mixtarief, die na 1 kwartaal bij de grote partijen en de partijen, die dit wensen, uitgevoerd wordt. Het verschil moet dan gecompenseerd worden. Het mixtarief wordt door het jaar niet aangepast. 

Kunnen er uitzonderingen voor de vrijgevestigde worden gemaakt m.b.t. het verstrekken van meerdere IBP's voor één cliënt?

Er worden (voorlopig) nog geen uitzondering gemaakt voor vrijgevestigde ten aanzien van hoofd- en onderaannemerschap. De afspraken, die op dit moment tussen de
aanbieders gemaakt worden, zijn daarmee ook voor de vrijgevestigde belangrijk. En daar is het zaakdat, als jullie het daar niet mee eens zijn, jullie dit bij de schrijver van de
onderlinge werkafspraken (Parlan) melden. 
Voor de gemeenten blijft staan, dat er 1 IBP afgegeven wordt, en de aanbieders onderling het hoofd- en onderaannemerschap regelen.

De regio heeft de bezwaren van de vrijgevestigden afgewogen en stelt voor om het eerste kwartaal ‘gewoon’  aan de slag te gaan, en de lastigheden bij te houden. Dit bespreken we nadat het eerste kwartaal gedeclareerd is. Dat is dus rond mei/juni, en mocht er dan aanleiding zijn om de vrijgevestigden alsnog een uitzonderingspositie te geven, dan is dat het moment om dat te beslissen. Dus: eerst uitproberen, zoals we het in de basis afgesproken hebben. Na 1 kwartaal evalueren en bekijken of er aanleiding is om de deze beslissing te herzien. 
 

Hoe werkt het toekenningsproces (de matrix en het aantal minuten) bij integraal ambulante jeugdhulp?

Met behulp van de matrix, waarbij kind- en gezinsproblematiek leidend zijn, wordt een IBP in euro’s bepaald door de gemeentelijke toegang. Loopt de toegang via een verwijzer, zoals de huisarts, dan geeft deze aan wat de inschatting is van de benodigde hulpintensiteit op basis van het functioneren van de jeugdige en het risiconiveau van het (gezins) systeem (kruisje in de matrix). Op basis van die informatie weet de aanbieder welk IBP in euro’s deze moet aanvragen. 

Stel een vrijgevestigde aanbieder is hoofdaannemer en een instelling wordt onderaannemer, kan dit? En zo ja hoe zit dit dan met facturatie?

Een vrijgevestigde ontvangt altijd vrijgevestigden tarieven, ook als hij een instelling als onderaannemer heeft ingeschakeld. Wel ontvangt een aanbieder altijd de tarieven passend bij de werkelijk ingezette opleidingsniveau's (dus als een vrijgevestigde HBO'er een instellingspsychiater inzet, dan ontvangt hij zijn zelf ingezette HBO uren tegen het HBO vrijgevestigde tarief en de door psychiater ingezette uren tegen het vrijgevestigden medisch specialisten tarief). Het is aan aanbieders zelf om afspraken te maken over hoe zij het hoofd- en onderaannemerschap regelen. Omdat we begrijpen dat één eenduidige afspraak hierover voor iedereen handig, faciliteert de regio een overleg tussen de aanbieders over dit onderwerp. Daar rolt een convenant uit dat aanbieders kunnen tekenen om de belangrijkste zaken te regelen. In de huidige conceptversie is rekening gehouden met de situatie die u beschrijft. Het uitgangspunt is daar dat bij samenwerking tussen een vrijgevestigde en een instelling de instelling het hoofdaannemerschap op zich neemt (overneemt indien nodig). Dit neemt het financiële nadeel voor vrijgevestigden dan weg.